Wat doe je als je hoogsensitieve kind boze buien heeft en daarmee de sfeer in huis negatief bepaalt?
Er was een tijd dat kinderen hun emoties nauwelijks mochten laten zien. Vaders wil was wet en hij duldde geen lastige kinderen die huilden of boos waren. Kinderen moesten gehoorzamen en zeker niet opstandig zijn of met een woedeaanval hun zin proberen te krijgen. Hoe anders is dat nu. Het tonen van emoties wordt meer geaccepteerd en kinderen hoeven minder strikt te gehoorzamen, omdat veel ouders het belangrijk vinden dat zij leren aangeven wat ze willen. Dat geldt in het bijzonder voor hoogsensitieve kinderen, wanneer een emotie als boosheid een gevolg is van overprikkeling, en ouders ervan uitgaan dat hun kinderen die boosheid nodig hebben om te ontladen en weer ruimte in henzelf te creëren.
Dat klinkt mooi en aannemelijk in theorie, maar de praktijk is weerbarstig. Kinderen zijn nu eenmaal niet van nature de redelijkheid zelve, waardoor in veel gezinnen kinderen zo vaak en zo intens boos zijn dat de sfeer negatief beïnvloed wordt. Moeders zijn uitgeput van de constante strijd, zusjes zijn bang voor een broer die regelmatig schreeuwt en met speelgoed smijt, vaders hebben de grens van hun geduld bereikt en dreigen in te grijpen (‘Hij moet nou maar eens leren luisteren!’), wat moeders dan weer niet willen (‘Het is zijn schuld niet, zijn emmertje loopt gewoon over’) waardoor ook de relatie onder druk komt te staan.
Waarom boos?
Waarom hebben kinderen boze buien? Ik noem hier een aantal oorzaken, gerelateerd aan hoogsensitiviteit.
- Een uiting van verontwaardiging, vanwege een onrechtvaardige situatie. Een kind wordt bijvoorbeeld boos wanneer een ander kind een kras op zijn tekening maakt. Boosheid is hier het aangeven van een grens.
- Een gevolg van overprikkeling, bijvoorbeeld na langdurig ondergaan van lawaai of drukte. Boosheid is dan zowel een teken van overload als een afreageren.
- Het uitdrukken van een frustratie. Die frustratie kan meerdere oorzaken hebben: het gaat niet zoals het kind wil, een situatie verandert en dat voelt moeilijk, het kind voelt krenking (een onzekerheid in het zelfgevoel). Hier is boosheid een middel tot controle, over anderen of over omstandigheden. Het kind heeft de overtuiging: ik zorg ervoor dat het gaat zoals ik wil, dan voel ik me fijn.
Het derde punt licht ik graag even toe.
Frustratie
Frustratie is voor kinderen geen fijn gevoel. Velen merken echter al op jonge leeftijd (met een jaar of twee à drie) dat ze daar wat aan kunnen doen. ‘Als ik iets moet doen wat anderen willen voel ik me naar, maar als ik doe wat ik zelf wil voel ik me fijn en blij’, is de onbewuste gedachtegang. Dus zorgen ze ervoor dat ze alleen nog hoeven te doen wat ze zelf willen. Ze gaan hun omgeving controleren, zodat ze geen frustratie (nare gevoelens) hoeven te ervaren.
Kinderen hebben heel snel door wat werkt. Intense emoties blijken een handig middel om controle uit te oefenen, om te zorgen dat ze niet hoeven te gehoorzamen, om het zo te sturen dat het gaat zoals zij willen. Dat komt omdat intense emoties voor ouders ongemakkelijk zijn en moeilijk beheersbaar. Ouders voelen zich al snel machteloos als kinderen hard huilen, schreeuwen of met dingen gooien. Daar is onlosmakelijk mee verbonden dat ouders tegenwoordig, ik gaf het al eerder aan, ervan overtuigd zijn dat emoties waardevol zijn en de ruimte moeten krijgen. Dus zijn ze bij boosheid niet streng, zoals vroegere generaties, maar juist geneigd toe te geven aan wat kinderen willen.
Kinderen die leren dat boosheid loont omdat ze daarmee controle kunnen uitoefenen, lopen grote kans op een wankel zelfbeeld, oftewel een ego dat anderen wil beheersen en domineren en dat tegelijkertijd té onzeker is om ‘nee’ op te vangen, met krenking tot gevolg. Krenking is dat je je bij het minste of geringste beledigd of tekort gedaan voelt, omdat je alleen kunt omgaan met altijd je zin krijgen. Het is daarom beter dat kinderen leren om frustratie te hanteren. Dat geldt ook voor hoogsensitieve kinderen en ook als boosheid een gevolg is van overprikkeling. In feite is overprikkeling namelijk ook een frustratie, omdat die overdaad aan prikkels een naar gevoel geeft in de buik (buikpijn, gammel gevoel, misselijkheid), het hoofd (vol, error) of het lichaam als geheel (moe, gespannen, gestrest).
Opvoeding uit balans
Als ouders om hulp vragen, omdat de boze buien van hun kind de sfeer in huis negatief bepalen, is er vaak al veel in de opvoeding uit balans geraakt:
- Ouders (vooral moeders) gebruiken meestal te veel woorden om een kind bij te sturen, waardoor het kind niet de duidelijkheid ervaart van verwachtingen, regels en grenzen. Als het kind bijvoorbeeld vraagt om een koekje is een heldere grens ‘Nee, nu niet’. Onduidelijk daarentegen is een eindeloze uitleg (om het kind maar niet boos te maken) waarom een koekje geen goed idee is: we gaan zo eten, je hebt vandaag al suiker gehad, straks misschien, en wil je nu alsjeblieft even ophouden met schreeuwen want mama heeft daar last van, ga even wat anders doen dan lieverd, mama is nu even druk.
- Er wordt veel aandacht aan het kind gegeven op negatief gedrag en dat wat misgaat. Op positief gedrag en dat wat goed gaat wordt niet of nauwelijks gereageerd. Dat laatste komt omdat te vanzelfsprekend wordt gedacht dat het normaal is dat bepaalde dingen goed gaan, en omdat ouders al lang blij zijn dat er even vrede is in huis, ze willen niet de kans lopen die te verstoren met een opmerking. Het is echter zoveel beter voor het zelfbeeld van kinderen als er veel (blije, vrolijke) aandacht gaat naar positief gedrag en zo weinig mogelijk (boze) aandacht naar negatief gedrag.
De boze buien van Patrick
Patrick is vier jaar, een slimme en gevoelige jongen. Hij heeft de laatste tijd boze buien: als er een stukje Lego kwijt is, als hij niet op de iPad mag, als zijn zusje aan zijn speelgoed komt, als hem iets was toegezegd en dat toch niet gebeurt, enzovoort. Moeder Nadja is zelf gevoelig en kan die woedeaanvallen niet goed aan; ze is al een tijdje vermoeid en heeft vaak hoofdpijn. Vader Jan wil Patrick het liefst naar zijn kamer sturen als hij zo boos doet, maar moeder vindt dat niet de oplossing vanwege Patricks gevoeligheid. Inmiddels hebben de boze buien een enorme impact op het gezin, waar eigenlijk alles om Patrick draait en dochter Elize, twee jaar oud, veel minder aandacht krijgt. Moeder vermoedt dat Patrick snel overprikkeld is en dat maakt het lastig om met zijn gedrag om te gaan, vindt zij. Hij kan er immers niets aan doen?
Moeders als Nadja – gevoelig en empathisch, maar ook erg open en toegeeflijk – reageren op boze buien zoals, zou je kunnen zeggen, jonge kinderen ‘dat graag zien’: met veel begrip en aandacht. Kinderen als Patrick ervaren dan een sterke controle over hun moeder, omdat ze door heel boos te zijn steeds opnieuw aandacht krijgen, zonder dat ze zelf iets met hun (negatieve) gedrag hoeven te doen. Nadja voelt hoe Patrick, door haar toewijding, voortdurend op een dwingende manier met haar in verbinding is. Ben je als moeder hoogsensitief dan zuigt dat energie, vandaar Nadja’s vermoeidheid.
Veel patronen binnen dit gezin mogen veranderd worden. Nadja mag leren kort en duidelijk te reageren op wat Patrick onterecht wil (‘Nee’), om vervolgens haar aandacht bij haar eigen taken en bezigheden te houden. Zo bewaakt zij haar eigen ruimte en energie. De ouders mogen Patrick meerdere keren per dag een compliment geven op dingen die goed gaan (ook als dat vanzelfsprekend is), zoals netjes eten, rustig spelen met de Lego, voeten vegen (zelf aan gedacht!), aardig zijn tegen zusje Elize, enzovoort. Er komen enkele duidelijke regels (weergegeven als plaatjes op papier, aan de muur) op negatief gedrag waar anderen last van hebben, zoals slaan, schoppen en gooien.
En de overprikkeling dan? Patrick heeft al snel veel baat bij het feit dat hij niet langer de baas is in huis, dat er meer duidelijkheid en structuur is en dat hij weet wat er van hem verwacht wordt. Ik leg de ouders uit hoe ze Patrick kunnen leren woorden te geven aan de gevoelens van overprikkeling en frustratie, wanneer bijvoorbeeld zijn zusje aan zijn speelgoed zit of wanneer iets anders gaat dan gepland. Doordat Patrick zijn ouders niet langer in onmacht ziet maar vanuit kracht ervaart, vertrouwt hij hen meer en stelt hij zich voor hen open. Voortdurend boos zijn is niet langer nodig, want als hij praat wordt er naar hem geluisterd. De rust in huis is herstelt.
© 2023 Gerarda van der Veen
Dit artikel verscheen ook in HSP Magazine, nr. 17, winter ’23/’24, zie hspmagazine.nl