Geef je hoogsensitieve kind woorden voor de ervaringen die zij opdoet in het leven. Daarmee leert ze benoemen wat ze voelt en dat maakt haar wereld veiliger.
Hoogsensitiviteit is een karaktereigenschap die voorkomt bij zo’n twintig procent van de kinderen. Hoogsensitieve kinderen merken veel op in hun omgeving en reflecteren diep alvorens te handelen. Ze zijn invoelend, slim, creatief, nauwgezet en gewetensvol, maar bovenal behoedzaam en afwachtend. Ze nemen ruim de tijd om alles om hen heen te observeren voordat ze besluiten wat ze gaan doen en in beweging komen.
De dagelijkse ervaringen van een kind
In het gewone, dagelijkse leven doen kinderen veel ervaringen op. Alles wat ze tegenkomen slaan ze op als een indruk, een beleving. Zo leren ze. Niet met een redenerend verstand, maar met een soort van natuurlijk en dagelijks verstand. Dit principe wordt in het Engels aangeduid met de term to sense. Het betekent zoveel als: gewaarworden en opmerken, het in onszelf opslaan van alles wat we dagelijks meemaken als leerervaring. In tegenstelling tot to learn, dat verwijst naar leren door het gericht opdoen van kennis, bijvoorbeeld door het bestuderen van een boek of het luisteren naar een leraar.
Hoogsensitief: to sense
Toen Elaine Aron een term moest verzinnen voor hoogsensitieve personen, koos ze dus niet voor niets voor highly sensitive, afgeleid van het werkwoord to sense. Daarmee duidde zij personen aan die sterker dan anderen leren door een natuurlijke, dagelijkse vorm van opmerken en gewaarworden.
Dit natuurlijke, dagelijkse leren (to sense) is een onbewust leren. Terwijl alles wat we redenerend leren (to learn) bewust door ons verstand wordt gevat. Op de dingen die we onbewust leren hebben we minder grip, deze overkomen ons meer. Hoogsensitieve kinderen, die sterker dan anderen onbewust leren, krijgen in hun onbewuste ook meer te verwerken. En wanneer het onbewuste ‘voller’ zit met indrukken dan het bewustzijn, kan dat angst geven.
Hoogsensitiviteit en angst
Angst staat in relatie tot hoogsensitiviteit zoals onderpresteren tot hoogbegaafdheid. Beide zijn geen kenmerken, maar eerder gevolgen wanneer de eigenschap onvoldoende vanuit kracht functioneert. Ondanks dat angst geen kenmerk is van hoogsensitiviteit zien we toch veel hoogsensitieve kinderen die angstig zijn. Ze zijn angstig voor de schoolreis of voor de gymles. Voor een grote jongen uit een hogere groep of voor een vreemde die binnenkomt.
Angst is een teken dat een kind een te veel aan onbewuste waarnemingen en indrukken heeft, dat er te veel in het dagelijkse, natuurlijke leren naar het onbewuste verdwijnt. Oftewel: er overkomt het kind van alles, zonder dat hij precies begrijpt wat.
De wereld veiliger maken
Laatst zag ik een jong gezin: vader, moeder, meisje van drie jaar en een pasgeboren kindje. Het was een leuk en hecht viertal. Het meisje liep voor papa en mama uit. Ineens stond ze stil, want voor zich op straat zag ze een poes. Die wilde wel vriendjes met haar zijn, maar dat zag het meisje niet zitten. Ze rende naar papa toe en riep: ‘Poes is eng!’ Vader tilde zijn dochter op de arm en corrigeerde haar direct: ‘Nee joh, poes is helemáál niet eng!’
Op jonge leeftijd kunnen kinderen ervaringen in het dagelijks leven die in onze ogen onschuldig zijn, enorm groot en bedreigend maken. Bagatelliseren we dat, dan blijven ze bang – maar onbewust, omdat het blijkbaar raar is of niet hoort om bang te zijn. Er gaat een masker van stoerheid en flinkheid over die angstgevoelens heen. Wat de vader deed was goedbedoeld. Hij trachtte de wereld veiliger voor zijn dochter te maken. Alleen werkt dat niet door ‘monsters’ te bagatelliseren.
Woorden voor ervaringen
Beter is om ervaringen te bevestigen en er woorden aan te geven. De vader kreeg een kans om zijn dochter meer bewust te maken van haar innerlijke beleving. Wat had hij kunnen doen? Allereerst haar bevestigen: ‘Ik zie dat je bang bent voor de poes, je wilt het liefst wegrennen. Klopt dat?’ Een dergelijk begrip zorgt ervoor dat een kind contact kan maken met haar gevoel en zekerder van zichzelf wordt. Ze zal zich gesteund voelen. Vervolgens kan vader haar helpen om haar emoties te onderzoeken, bijvoorbeeld met de vraag: ‘Waarom vind je de poes eng?’
Door alles wat kinderen beleven serieus te nemen en samen te onderzoeken leren ze om hun gevoelens te vertrouwen. Dan is een masker niet nodig. Dan kunnen kinderen aarden in zichzelf, thuis zijn in zichzelf. Sensitief zijn.
Leren benoemen wat je voelt
Er kan van alles schuil gaan achter de angst van het meisje. Wanneer vader even de tijd neemt om naar zijn dochter te luisteren, zal dat haar wereld (zowel de binnen- als de buitenwereld) een beetje vertrouwder en veiliger voor haar maken. Ze krijgt dan woorden aangereikt voor al die verwarrende emoties die zich voordoen, waardoor ze leert te benoemen wat ze voelt. Ze hoeft dan niet (ter compensatie) impulsief en druk te reageren op wat er vanuit de buitenwereld op haar afkomt, noch om wat het in haar binnenwereld oproept aan emoties. Ze zal zich kalmer voelen en minder van streek zijn.
Woorden bieden een betekenis en met die betekenis schuift een ervaring van het onbewuste naar het bewuste, zodat een kind het met zijn redenerend verstand kan bevatten. Iets wat bewust is, wat een kind snapt, jaagt hem weinig angst meer aan. Het maakt hem hooguit wat behoedzaam. Maar laat dat nu net een heel gewoon kenmerk van hoogsensitiviteit zijn.
Meer weten? In het boek Wegwijs in hooggevoeligheid leg ik in hoofdstuk 6 uitgebreid uit hoe je je kind woorden geeft voor ervaringen.