Hoogbegaafdheid

Hoogbegaafd/hoogsensitief

Hoe herken je een hoogbegaafd/hoogsensitief kind? Een kind met een combinatie van hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit is sociaal en fantasierijk, maar heeft ook de neiging om een rem te zetten op zijn talenten en kwaliteiten. 

Lange tijd werd hoogbegaafdheid vooral omschreven als een cognitieve intelligentie. Een kind was hoogbegaafd wanneer het een hoog IQ (130 of meer) had en sterk gemotiveerd was tot het leveren van prestaties. En nog steeds bestaat bij veel leerkrachten, leerlingen en studenten het idee dat een hoogbegaafd kind een nerd is, een echte professor. Sociaal een tikkeltje vreemd en altijd met de neus in de boeken. Iemand die naar het gymnasium gaat en voor alle vakken negens en tienen haalt.

Toen Elaine N. Aron onderzoek deed onder hoogbegaafden ontdekte zij dat velen van hen erg gevoelig zijn. Door die hoge gevoeligheid blijken zij vaak eerder creatief dan prestatiegericht. Een creativiteit die bij velen, zo ontdekte Aron, moeizaam tot uitdrukking komt omdat zij overweldigd worden door indrukken en emoties. Aron besloot vervolgens met name die emotionele kant uit te lichten, wat onder meer resulteerde in de term ‘hoogsensitiviteit’ en haar boeken.

Hoogsensitief en hoogbegaafd kind

Kernwoorden

Een hoogbegaafd/hoogsensitief kind is:

  • sociaal
  • creatief
  • leergierig
  • doorgrondend
  • aangepast
  • vaak onderpresterend

Toelichting: hoe herken je een hoogbegaafd/hoogsensitief kind?

Een hoogbegaafd/hoogsensitief kind heeft een hoge intelligentie, die zich vooral uit op het sociale, intermenselijke vlak. Al van jongs af aan heeft dit kind een opvallend inzicht in het innerlijke leven van mensen en hun gedrag. Hij heeft behoefte aan echtheid en oprechtheid: wat hij aanvoelt bij mensen en doorgrondt moet uitgesproken worden. Veel van wat hij aanvoelt betrekt hij op zichzelf (‘Mama voelt boos, vast omdat ik vanmiddag…’ in plaats van ‘Mama is boos, omdat ze een irritant appje van het werk kreeg’) en daar kan hun zelfbeeld onder lijden. Want wie in negatieve zin veel op zichzelf betrekt, voelt zich altijd schuldig of verantwoordelijk voor wat mis gaat. 

Vanuit zijn hoogsensitieve kant wil dit kind liever niet opvallen. Hij zal niet snel iets doen wat ‘anders’ is, omdat hij daarmee opmerkingen van andere kinderen in de hand werkt (en daar houdt hij niet van). Een hoogbegaafd/hoogsensitief kind zal daarom niet snel uitmuntend presteren (dat valt te veel op), maar ook liever niet als enige in de klas willen versnellen, compacten of verrijken met de lesstof. Plaatsing in een plusgroep of een verrijkingsklas is een betere oplossing, omdat het kind zich daarin optrekt aan het hoge of creatieve niveau van de anderen, en juist niet opvalt wanneer hij blijk geeft van inzicht, kennis en nieuwsgierigheid. 

Door de neiging van deze kinderen om hun gaven op school te laten ondersneeuwen en door hun behoedzaamheid, kunnen leerkrachten geneigd zijn hun gedrag te interpreteren als ‘achterlopen in sociaal-emotionele ontwikkeling’. Zie onderstaand citaat. 

Citaat

Afgaand op de Cito-resultaten is Jetty duidelijk toe aan groep 3, want ze scoort niet lager dan een I. Maar haar beide leerkrachten twijfelen. Ze vinden dat Jetty in sociale situaties nog veel moet leren en groep 3 zou in dat opzicht wel eens te veel van haar kunnen gaan vragen. Jetty kwam in januari op school en is na een half jaar ingestroomd in groep 2. Dus is ze beduidend jonger dan haar klasgenootjes en de leerkrachten menen dat te kunnen zien aan haar gedrag. Jetty is verlegen en durft niet zo makkelijk op situaties af te gaan. Ze heeft de neiging om te mokken bij het samen spelen, wanneer een situatie niet gaat zoals zij wil. Af en toe krijgt ze een wat moeilijker opdracht, maar dan lukt het haar niet om die te maken. Door nog een jaar groep 2 te doen zal Jetty emotioneel wat stabieler zijn, verwachten de leerkrachten. Haar verlegenheid zal verdwijnen, ze zal gemakkelijker over gebeurtenissen heen stappen en beter kunnen omgaan met haar faalangst en onzekerheid.

Het gedrag van Jetty wordt door de beide leerkrachten vergeleken met de gemiddelde ontwikkeling van kinderen en zonder rekening te houden met haar begaafdheid en gevoeligheid geïnterpreteerd als ‘ondergemiddeld’. Vanuit dat oogpunt geven de leerkrachten er bovendien enkel negatieve bewoordingen aan: verlegen, onzeker, faalangstig. Met meer kennis over begaafdheid en gevoeligheid zouden zij gezien hebben dat Jetty’s gedrag bovengemiddeld is. Ze ligt in sociaal-emotioneel opzicht juist  voor op haar klasgenootjes. Bij het samen spelen is ze rolvaster dan de andere kinderen, die – geheel naar hun leeftijd – onderlinge afspraken zomaar loslaten en van rol wisselen. Jetty is daar erg verontwaardigd over. Haar rolvastheid duidt op een voorsprong in ontwikkeling van zo’n twee jaar. Bij het afgaan op situaties is Jetty niet verlegen en onzeker omdat ze niet begrijpt of aankan wat er gebeurt, ze is behoedzaam omdat ze juist veel te goed begrijpt wat er gebeurt. Ze denkt al na over consequenties, waar de andere leerlingen daar totaal niet mee bezig zijn en dus veel onbevangener maar ook naïever ergens op afstappen. Jetty is qua ontwikkeling dus al verder.

De moeilijker opdrachten die Jetty af en toe krijgt zijn door de school aangeschafte plustaken die er weliswaar aantrekkelijk uitzien, maar niet zijn afgestemd op Jetty’s leerbehoeften en vaardigheden. Jetty moet bovendien zelf met het materiaal aan de slag, de leerkrachten verwachten dat ze slim genoeg is om de opdrachten zelf te begrijpen en te maken. Maar de bedoeling is toch dat een slim kind van plustaken leert? Leren vraagt om instructie en begeleiding van de leerkracht. Voorzichtigheid is geboden: Jetty neigt juist faalangstig te worden door de ad hoc-aanpak van de leerkrachten, die een te grote prestatieverwachting bij het meisje neerleggen en in gebreke blijven met hun begeleiding. Dat Jetty hierop afgerekend wordt door haar nog een jaar groep 2 te laten doen is de omgekeerde wereld.

Jetty is duidelijk toe aan groep 3, in cognitief én sociaal-emotioneel opzicht. De kenmerken van haar hoogsensitieve gevoeligheid blijven in hun kracht wanneer deze door de leerkrachten naar waarde worden geschat: opmerkzaam, reflectief, behoedzaam en met een hoge sociale intelligentie. Het aanbieden van extra lesstof vraagt om een gestructureerd beleid. Plusmateriaal is niet bedoeld om een leerling een beetje bezig te houden, maar om haar echt iets te leren. Er zal zorgvuldig moeten worden nagedacht over bij Jetty passend lesmateriaal, een duidelijke leerlijn, instructie, begeleiding en terugkoppeling.

        uit: Gevoeligheid in de klas / Gerarda van der Veen

Meer weten?

De brochure Beeldenrijk over hoogbegaafdheid

De brochure Beeldenrijk : kinderen die zowel hoogsensitief als hoogbegaafd zijn gaat in zijn geheel over kinderen met een wisselwerking tussen een grote gevoeligheid en een creatieve intelligentie.

Meer over deze brochure   Direct bestellen

In dit blog wordt de brochure ‘Beeldenrijk’ uitgebreid beschreven.

Het boek Gevoeligheid in de klas

In het boek ‘Gevoeligheid in de klas : herkenning en begeleiding van hoogsensitieve en hoogstimulatieve kinderen op de basisschool’ is een uitvoerig hoofdstuk gewijd aan hoogbegaafdheid bij hoogsensitieve en hoogstimulatieve kinderen.

Meer over dit boek    Direct bestellen   

 

(c) 2025 Gerarda van der Veen