PDA

PDA (Pervasieve Drang tot Autonomie)

Hoe herken je PDA? Een kind met PDA wil niet (kán niet) gehoorzamen aan regels en eisen. Hij zal veel van wat móet vermijden, weigeren of uitstellen. Komt hij er niet onderuit, dus moet hij tóch, dan roept dat angst op, die resulteert in weglopen, woedend worden, pleasen of bevriezen.

Kernwoorden

Een kind met PDA is:

  • autonoom
  • onafhankelijk
  • gelijkwaardig
  • oprecht
  • in weerstand
  • soms ineens woedend

Kenmerken van een kind met PDA

Een kind met PDA:

  • heeft moeite met verplichtingen en verwachtingen
    Alles wat móet kan ervaren worden als een verplichting en dat staat autonomie in de weg.
  • heeft behoefte aan gelijkwaardigheid
    Het kind wil niet dat iemand iets over hem te zeggen heeft omdat diegene toevallig ouder is of autoriteit is.
  • vraagt niet snel om hulp
    Geholpen worden creëert ongelijkwaardigheid, daarom wil het kind liever alles zelf doen.
  • heeft behoefte aan oprechtheid
    Mensen moeten zijn of zeggen hoe ze zich voelen, niet net doen alsof of het mooier maken dan het is.
  • kan bazig en dominant zijn
    Het kind kan zijn omgeving gaan controleren en zo ‘de baas’ worden in huis.
  • reageert niet goed op gebruikelijke opvoedtechnieken of hulpverlening
    Een ‘gewone’ opvoeding met regels en consequenties werkt niet (kan woede activeren of verergeren). En in de hulpverlening (arts, kindercoach, logopedist, homeopaat enz.) voelt het kind zich vaak zo ongelijkwaardig, dat hij zijn mond niet open doet of niet meer heen wil.

Citaat

Bij Robert op school wordt een plusklas opgezet. Zijn ouders zijn daar blij mee, ze dringen al enige tijd aan op meer uitdaging op school. Hun zoon ligt voor in ontwikkeling en verveelt zich bij veel vakken. De eerste week dat Robert naar de plusklas gaat is hij enthousiast. De tweede week komt hij thuis en zegt nauwelijks iets. Hij maakt ruzie met zijn broertje en als zijn moeder vraagt of hij wil helpen afruimen wordt hij razend: ‘Mama, vráág dat niet! Stom méns!’. Hij schopt een stoel omver en schreeuwt: ‘Ik haat dit zó erg!’ De volgende ochtend vertelt hij dat hij niet meer naar de plusklas wil. 
(Jaren later blijkt dat de kinderen van de plusklas les in Chinees kregen. Robert vond dat niet leuk en had veel weerstand gevoeld, bijna paniek. Hij gaf aan dat hij niet mee wilde doen, maar de leerkracht zei: ‘Gewoon proberen joh, je gaat het vanzelf leuk vinden’. Hij deed mee, maar toen hij even later misselijk werd, had hij met zichzelf afgesproken dat hij nooit meer naar die stomme plusklas zou gaan.)

uit de brochure ‘PDA’

Toelichting: hoe herken je een kind met PDA?

Een kind met PDA kan regelmatig in strijd zijn met zijn omgeving. Ineens wordt hij boos en kan dan zelfs gaan schelden of schoppen. Er is geen land met hem te bezeilen, met rust laten werkt het beste. Als hij tot rust is gekomen kan hij zich schamen of schuldig voelen over wat hij heeft gedaan en gezegd. Zijn gedrag legt veel druk op het gezin, ook omdat ouders niet weten hoe ze hun kind moeten bereiken (machteloosheid).

PDA kan zich ook voordoen in een rustige vorm. Het kind is weliswaar sterk autonoom en onafhankelijk (hij wil alles zelf doen, niet geholpen worden), maar ook ineens gehoorzaam en lief, bijna onderdanig. Dat komt omdat het kind zich vanuit angst en onveiligheid (omdat hij te veel moet) gaat aanpassen en pleasen. Als deze houding chronisch wordt laat hij voortdurend de behoeften van anderen voor die van hemzelf gaan. Hij stemt zich af op anderen, zodat hij zeker weet dat hij het juiste doet, en zegt ‘ja’ ook als hij ‘nee’ vindt. Dit aangepaste gedrag (dat sterk lijkt op hoogsensitief zijn) heeft een prijs. Er kunnen zich vage maar belastende klachten voordoen als hoofdpijn, buikpijn, vermoeidheid, angsten, eetproblemen, slaapproblemen, liever dood willen, huilbuien, misselijkheid enzovoort. De oorzaak van deze klachten is vaak onduidelijk en behandelingen werken niet of nauwelijks (omdat de oorzaak niet wordt herkend).

Meer weten?

Brochure PDA

De brochure PDA : Pervasieve drang tot autonomie bij hoogbegaafde en hoogsensitieve kinderen en jongeren geeft een uitvoerige beschrijving van de kenmerken (bij kinderen én jongeren) als ook uitleg hoe ermee om te gaan.

(c) 2025. Gerarda van der Veen