Hoe staat hoogsensitiviteit in relatie tot stoornissen als autisme en ADHD? Hieronder een overzicht. Aan de informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Indien zich problemen voordoen is het raadzaam om deskundige hulp te zoeken bij een orthopedagoog, kinderpsycholoog of kinderpsychiater.
ADD vertoont veel overeenkomsten met hoogsensitiviteit (met name de stil-gevoelige variant). Net als hoogsensitieve kinderen observeren kinderen met ADD veel, nemen ze veel informatie op en kunnen ze overweldigd worden door prikkels. Fel licht, harde geluiden en sterke geuren hebben sterke invloed. Het is in hun hoofd erg onrustig en ze kunnen hun impulsen onvoldoende onder controle houden. Dit resulteert niet in druk gedrag, maar in wegdromen en weinig ondernemen.
Kinderen met ADD kunnen zaken vaak goed herproduceren, maar in tegenstelling tot hoogsensitieve kinderen hebben ze moeite met verbanden leggen en kennis op een creatieve manier gebruiken. Ook zijn ze juist niet in staat om diep over dingen na te denken en zich goed in te leven in anderen.
ADHD vertoont juist veel overeenkomsten met hoogstimulatief gedrag (de druk-gevoelige variant) Een kind met ADHD kan gevoelig zijn voor harde geluiden, fel licht, een drukke omgeving of kleine lichamelijke ongemakken. Hierdoor kan overprikkeling ontstaan. Een verschil met hoogsensitiviteit zit in de verwerking van de prikkels. Hoogsensitieve kinderen hebben overprikkeling in de gaten en kunnen hierop reflecteren, met als gevolg dat zij hun gedrag kunnen aanpassen. Kinderen met ADHD hebben juist moeite met het waarnemen van overprikkeling en kunnen hun gedrag daarom minder goed bijsturen.
Kinderen met ADHD zijn impulsief, ervaren een sterke innerlijke onrust en spanning, en zij zeggen of doen dingen zonder erbij na te denken. Daarbij zijn ze vaak weinig opmerkzaam in hoe hun gedrag op een ander overkomt. Hoogstimulatieve kinderen weten wel hoe ze overkomen op anderen. Na een moment van drukte of veel emotie kunnen ze goed vertellen wat er gebeurde.
Vraag je hooggevoelige kinderen om bepaalde gedrag te veranderen, dan begrijpen ze dit en passen het toe. Je merkt dus dat ze in staat zijn iets te doen met je aanwijzingen. Vraag je kinderen met ADHD om bepaald gedrag aan te passen, dan geven ze aan het te begrijpen. Toch lukt het ze niet om hun gedrag ook daadwerkelijk te veranderen, ze zijn onvoldoende in staat iets te doen met wat je van ze vraagt.
Kinderen met autisme kunnen net als hoogsensitieve kinderen verbaal zeer vaardig zijn , zeker wanneer zij bovengemiddeld intelligent of zelfs hoogbegaafd zijn. Maar waar hoogsensitieve kinderen in staat zijn om diepgaande verbanden te leggen tussen verschillende onderwerpen, woorden en begrippen, beperkt de kennis van kinderen met autisme zich vaak tot een specifiek onderwerp. Ze zijn bovendien nogal eens koppig omdat ze graag grip willen hebben op een situatie, terwijl hoogsensitieve kinderen koppig zijn vanuit een gevoel van waarheid en rechtvaardigheid.
Kinderen met autisme zijn erg gehecht aan gewoonten en routines. Wanneer deze worden verstoord, kunnen ze in paniek raken en zich opstandig of boos gedragen. Hoogsensitieve kinderen kunnen vaak ook slecht tegen verandering en houden niet van verrassingen, maar zij zijn veel beter in staat om hiermee te leren omgaan met behulp van uitleg en correctie.
Kinderen met autisme en hoogsensitieve kinderen kunnen beiden snel afgeleid worden door prikkels. Daarbij is het voor kinderen met autisme lastig om hiermee om te gaan en controle te krijgen over hun gedrag. Dit geldt niet voor hoogsensitieve kinderen: zij zien in wat er gebeurt, kunnen goed reflecteren en communiceren en zijn in staat om zich snel aan te passen. Bovendien zijn hooggevoelige kinderen over het algemeen sociaal vaardiger dan kinderen met autisme.
Kinderen met NLD kunnen zich meestal goed uitdrukken en komen wijs over. Dat geldt ook voor hoogsensitieve kinderen, maar hun vermogen om dingen te begrijpen is veel groter. Kinderen met NLD kunnen moeite hebben met interpreteren en zijn niet creatief aangelegd, terwijl hoogsensitieve kinderen deze eigenschappen juist wel hebben.
Kinderen met NLD en hooggevoelige kinderen voelen hun eigen emoties en die van anderen goed aan. Bovendien kunnen beiden overprikkeld raken, maar waar dit bij hoogsensitieve kinderen wordt opgelost door zich even af te zonderen en zich aan te passen, raken kinderen met NLD in paniek omdat ze de context van een situatie niet kunnen overzien.