Met name gevoelige en begaafde kinderen hebben behoefte aan een opvoeding met diepgang en stabiele waarden. Zonder dat kunnen zij ongewenst gedrag gaan vertonen:
Wij benaderen dergelijke problematiek vanuit de opvoedkundige kant. Wij geven ouders inzicht in wie het kind is en wat het kind nodig heeft aan ouderlijke begeleiding, zodat de balans in huis en gezin hersteld wordt (minder ongewenst gedrag) en het kind voldoende aangereikt krijgt om te worden wie hij bedoeld is te zijn.
Bij ongewenst gedrag zien wij vaak dat er zich tussen ouders en kind het volgende voordoet:
Om uit te leggen wat een goede opvoeding praktisch gezien inhoudt gebruiken wij het blokkentorenmodel (© Gerarda van der Veen). Dit model bevat een aantal fasen, weergegeven door kleuren, die staan voor de ontwikkeling van het kind. Een kind maakt in zijn ontwikkeling fasen door waarin hij zijn persoonlijkheid en zijn identiteit vormt en iedere fase vraagt van ouders een specifieke houding en benadering. De fasen die van belang zijn:
PAARS (0–1½ jaar, de ‘wij’-fase).
De fase van hechting en ankering, waarin voeding, verzorging en veiligheid belangrijk zijn. Vertrouwen ontstaat door voorspelbaarheid.
ROOD (vanaf 1½ jaar, de ‘ik’-fase).
De fase van exploratie en egocentrisme, waarin separatie belangrijk is en het leren omgaan met willen (lust, verlangens) en vermijden (onlust, frustraties).
BRUIN (vanaf 6 jaar, de ‘ik en jij’-fase).
De fase van interactie en reflectie, waarin je leert over jezelf via anderen.
BLAUW (vanaf 12 jaar, de ‘ik in de wereld’-fase).
De fase van zelfstandig worden, waarin doel en betekenis van het eigen leven belangrijk zijn (via school, opleiding, werk en relaties).
(De fasen oranje, groen en geel horen bij de volwassenheid en zijn geen deel van de opvoeding.)
De fasen volgen elkaar op, maar een fase is nooit voorbij: alle voorafgaande fasen blijven zich voordoen en moeten begeleiding blijven krijgen. Dat maakt inzichtelijk hoe het leven voor een kind steeds complexer wordt: hij moet steeds meer ontwikkelingsniveaus integreren en afstemmen op elkaar, ook als deze tegenstrijdige aspecten in zich hebben (bijvoorbeeld de rode en de bruine fase).
Elke fase moet doorlopen worden, anders kan het kind in een fase ‘blijven hangen’. Die fase is dan onvolledig, wankel en kwetsbaar. Vergelijk maar: als in een blokkentoren één blokje niet goed staat is de kans groot dat de gehele toren omvalt.
Een kind moet worden aangesproken in zijn actuele fase van ontwikkeling. Indien ouders hem te lang vanuit een voorbije of te vroeg vanuit een toekomstige fase aanspreken, leidt dat tot gedragsproblemen.
In de huidige dynamische wereld maakt de kwaliteit van de opvoeding alle verschil. Wij willen ouders duidelijk maken waar een goede opvoeding aan voldoet en hoe die ervoor zorgt dat kinderen het leven – hoe dynamisch en veeleisend ook – aan kunnen en er ook nog wat van weten te maken.
Op zoek naar begeleiding in de opvoeding, of voor jezelf? Lees meer over wat wij je vanuit onze visie kunnen bieden.